donderdag 26 september 2013

Geloof in de mensheid

Met ogen die me aankeken alsof ik een insect was dat zo snel mogelijk vertrappeld moest worden zei hij: "Ik ben mijn portefeuille vergeten op de trein." 
Mijn broer is een echte dikke nek, ongelooflijk. Hij vind zichzelf altijd geweldig, loopt thuis altijd met ontbloot bovenlichaam rond om dan op te scheppen met zijn spieren en doet steeds waar hij zin in heeft zonder rekening te houden met ons, zijn gezin. 
"Ben je al naar de stationschef gegaan?" "Neu" 
Ik werd zo ongelooflijk kwaad. Zulke nonchalance. 
Kijk, ik ben ook belachelijk vergeetachtig en durf ook wel nonchalant zijn, maar als je dat weet van jezelf moet je vijf keer kijken of je alles bij je hebt. 
Wij naar die stationschef, niets gevonden. Hup, naar de politie dan maar. 
Plots kreeg hij een telefoontje van een onbekende nummer. "Dag Joren, ik ben Koen, ik heb je portefeuille gevonden op de trein. Ik moet wel een reportage maken in Vilvoorde, maar ik kom vanavond terug naar Herentals. Kom je hem dan halen?" 
On-ge-looflijk. 
Hoeveel geluk kan iemand hebben? Dat zei ik hem ook.
"Zwijg jij maar, voor u was dit waarschijnlijk het hoogtepunt van uw dag. Je hebt toch niks anders te doen", zei hij, refererend naar het feit dat ik werkloos ben. 
En toen dacht ik: hoe is het mogelijk dat net hij altijd zoveel geluk heeft met alles? 
's Avonds zegt hij doodleuk tegen mijn moeder: "Die vent kan pas om 20 voor 12 in het station zijn. Ga jij die portefeuille dan halen? Jij moet morgen toch niet werken. Ik moet wel naar school, hè." 
Mama was ook niet bepaald vrolijk om zijn nonchalance, nu al voor de tweede keer. Ze vond dat hij als straf vandaag met de fiets naar Herentals mocht om naar school te gaan in plaats van met de auto en hij was razend. 
On-ge-looflijk. 
Ik ben uiteindelijk zijn portefeuille gaan halen. Koen was een enorm vriendelijke man, die veel moeite gedaan had om mijn broer zijn gsm-nummer te krijgen om hem zo zijn portefeuille terug te geven. 
En na een avond van verwijten en arrogante blikken geloofde ik toch eventjes weer in de mensheid. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten