vrijdag 9 augustus 2013

'k Was haast vergeten...

... hoe 't voelt om verliefd te zijn. Zorgen en kleine gelukjes. Maar dan toch vooral zorgen. Of is het iets ertussenin?
Man, wat heb ik genoten van die twee dagen festival.
Voor mij is naar een festival gaan even ontspannend als op reis gaan. Een citytripje Casa Blanca in eigen land.
Je enige zorgen op dat moment zijn er met je bier gemorst kan worden, dat je niet helemaal vooraan kan staan bij je favoriete band of dat je niet overeenkomt met je mede-festivalganger.
Dat laatste was al helemaal geen probleem, ik ging immers met mijn best gay friend. Geen seksuele spanning, geen ruzie, geen discussie, geen misère! En je kan samen jongens checken, ah ja.
Ik was even al mijn zorgen en problemen vergeten, alleen die momenten telden.
Tot ik een foto van mijn vriend en mezelf op Facebook deelde.
Privéberichtje. Geflirt. Van The Ex.
Ik rolde met mijn ogen naar mijn vriend. "Pff, kijk wat die nu stuurt."
Mijn ogenrol werd beaamd: "Niet op antwoorden, laat hem maar doen." "Ja, sowiesoohoo..."
Nee, niks sowieso dus. Ik flirtte terug. Wanneer de best gay friend niet keek natuurlijk, want ik had me net zo stoer gedragen. Zou een beetje belachelijk overkomen.
En belachelijk voelde ik me toch al. Ik vloekte omdat ik net even twee dagen niet aan hem dacht, en ja hoor, dan laat hij nog eens iets van zich horen. En ik voelde kriebels omdat ik eigenlijk toch wel blij was dat ik zijn interesse toch nog kan opwekken.
Zielig. Ik ben de persoon geworden die ik vroeger uitlachte. Een tot over de oren verliefde, naïeve persoon die zich maar niet over The Ex kan zetten en alles zou doen voor een klein gesprekje.
Ik was nog nooit écht verliefd geweest, heb bij al mijn relaties altijd het koppie erbij gehouden, maar bij The Ex was en ben ik een dwaas.
En daar hou ik niet van.
Op zo'n meisje is The Ex ook niet gevallen. Veel jongens, maar ook meisjes appreciëren net aan mij dat ik een onafhankelijke jongedame ben die niet op haar mondje is gevallen (enfin, dame is ook een groot woord. Ik ben eigenlijk nogal een boerin).
Tenminste, dat was ik tot ik hem leerde kennen. Ik begon te denken voor hem. Al van het prille begin. Als ik ging shoppen: "Zou hij dit wel mooi vinden?", Als ik ging koken: "Hmm, zou ik niet beter sla eten? Ik wil niet dik worden... Dan ziet hij me misschien niet meer staan." En me opdoffen dat ik deed: make-up in orde, mooiste (= kortste) kleren aan (zelfs al was het daar nog véél te koud voor), hakken aan (die ik anders nooit droeg) en vooral: zorgen dat mijn lingerie matcht. Want daar stond hij op.
En misschien is het zieligst van al dat de relatie maar een maand of drie stand heeft gehouden.
Serieus, als ik dit verhaal vroeger van een vriendin moest horen, zou ik vooral compassie met haar hebben. Meisje toch, zo'n korte relatie en zo'n sloef... Foei.
En daarom zwijg ik dus maar in alle talen over de oorlog die mijn hoofd en mijn hart eigenlijk met elkaar aan het voeren zijn. Je weet niet wie nu de goeie of de slechte is en dus ook niet voor welk team je moet supporteren. En misschien is het net dat wel wat het zo moeilijk maakt.

woensdag 7 augustus 2013

Schrijfwedstrijd

Zoals ik in mijn eerste blogpost al vermeld heb: ik heb het schrijven weer goed te pakken. Daarom was ik erg opgetogen toen ik op de Facebookpagina van CJP het volgende bericht las: Gezocht: Google-en schrijftalent
Yes, een uitdaging, dacht ik. Uiteindelijk heb ik vier (!) uur aan een klein tekstje gewerkt. Toch niet zo'n simpele opdracht als ik eerst dacht, het plaatje moet kloppen. 
Zoals ik dan weer in mijn tweede blogpost heb laten merken, ben ik nogal onzeker. Daarom wil ik hieronder het tekstje waar ik pijnlijke vingers van het typen en verkrampte ellebogen van het leunen van heb gekregen alvast posten, voor ik het naar Creatief Schrijven verzend. Reacties zouden dus errug welkom zijn. Alvast merci! 

Parijs 

Op de dag dat Inni Wintrop zelfmoord pleegde stonden de aandelen Philips 149.60. Zijn vrouw Zita had hem verlaten. Nochtans was Inni niet meteen het soort man dat van zulke zaken wakker lag, en eigenlijk moest het er ooit wel eens van komen. De laatste vijf…of waren het zes jaren? Misschien zelfs wel meer dan zes van hun achtjarig huwelijk was hij haar niet bepaald trouw geweest. Hij verdween vaak en liet Zita in het ongewisse over zijn verblijfplaats. Soms wist ze zelfs niet eens of hij nog wel in leven was. Die verdwijningen konden drie dagen duren, maar soms ook twee weken. Een keer is hij zelfs een jaar niet naar huis gekomen. Een impulsieve reis naar Thailand met zijn vrienden, die zichzelf kunstenaars noemden. Eigenlijk waren het gewoon hippies en hoeren. Na dat jaar kwam hij dan doodleuk thuis en vertelde hij over het prachtige land en de avonturen die ze beleefd hadden en de mensen die ze ontmoet hadden op de Khao San Road. Hij was nog maar net thuis, het was op 16 juni, dat herinnerde ze zich nog goed, of hij vertrok alweer naar Ierland om Bloomsday te vieren. Al kwam Zita daar pas drie weken later achter, toen haar man weer thuis kwam.  

Daar zat Zita dan, te wachten met de soep en de patatten. Op die momenten was ze eigenlijk blij dat Inni geen kinderen wilde. Zelf had ze altijd gedroomd van huisje, boompje, beestje. Liefst dan nog in Parijs, met een enorme rozentuin, drie honden, vier poezen en een kippenhok met maar liefst tien kippen in. En als het dan ook nog eens mogelijk zou zijn met drie bloedjes van kinderen: Nik, Madeleine en Marijn. Maar Inni wilde geen kinderen en ook zij had, sinds ze getrouwd waren, die droom al lang opgeborgen.

Met het bedrog, want Zita wist goed genoeg dat Inni tijdens die plezierreisjes met zijn vrienden zijn lul niet in zijn broek kon houden, kon ze nog leven. Maar wat ze niet begreep was dat hij schijnbaar dolgelukkig was als hij weg was, maar eens hij weer een voet in hun huis gezet had er donkere wolken boven zijn hoofd opstapelden. Hij was niet agressief of gemeen, hij was gewoon afwezig, somber. Hij leek zo ongelukkig bij haar, en zij was ongelukkig bij hem. Na vijf jaar huwelijk had ze hem al liever uit dan in het huis. Soms hoopte ze zelfs dat hij gewoon niet meer naar huis kwam. 

Op een zeldzame dag wanneer Inni thuis was, had ze haar spullen bijeengeraapt en vertrok ze. Ze wilde hem niet zomaar verlaten als hij weg was, al zou dat wel veel simpeler geweest zijn. Inni begon te schreeuwen: “Waar denk jij wel niet dat je naartoe gaat? Je kan me niet verlaten. God heeft ons gebonden.” Dan heeft hij toch nog een greintje emotie in dat magere lijf, dacht Zita. “Ik ben zoals Kairos,” zei ze, “En dit is het moment waarop ik knopen moet doorhakken. Ik heb gewacht tot je thuis was, ben niet zomaar vertrokken. Ik wou jou niet aandoen waarmee jij mij al jaren kwelt. Ik ga naar Parijs om mijn dromen waar te maken. Vaarwel Inni.”  

De maanden die volgden bleef Inni thuis. Hij ging niet meer op reis, verdween niet meer. Zijn depressieve gedachten vraten hem op. Daarnaast was hij ook nog eens stikjaloers sinds Zita bij hem weg was. Hij werd paranoïde en probeerde hele dagen en nachten complottheorieën tegen hem te ontcijferen. Waarschijnlijk was Inni Wintrop een paar dagen na zijn zelfmoord gestorven aan uitdroging, maar de man was zo doorgedraaid van zijn eigen waanbeelden dat hij zijn leven niet langer wilde rekken. Inni wilde altijd al een memorabele dood sterven. Een die de eerste bladzijde van alle kranten zou halen.

Helaas voor Inni stonden de aandelen van Philips die dag 149.60, iets wat die dag alle voorpagina's haalde. 

zondag 4 augustus 2013

Simply the best

Soms komen de kleine pleziertjes in het leven bij toeval.
Ik was al compleet vergeten dat ik mee zou doen met Fox Je Rot vanmiddag. Nét op tijd dacht ik eraan. 
Ik was zelfs nog aan het denken om gewoon af te bellen met een smoesje. Ik voelde mij moe en futloos en het laatste waar ik zin in had was om opdrachtjes te doen of hindernissen af te leggen waar ik waarschijnlijk toch niet snel, lenig of fit genoeg voor was. En dat dan met een chirogroep die al jaren vrienden is. 
Ik ken die mensen ook wel natuurlijk, maar toch ben je altijd een beetje een buitenstaander, zeker op zo'n activiteiten. Achja, ik heb toch mijn protesterende lijf onder de douche gezwierd en ben vertrokken. 
En... 't was leuk. 
Echt. 
Heel de namiddag heb ik een hindernis afgelegd met een mountainbike, door de modder geploeterd met zwemvliezen aan en met een rubberbootje van een met bruine zeep overgoten heuvel geroetsjt. 
En ja, nog eens actief zijn deed me best goed. Zonder de druk van winnen of de beste zijn. 
Daarom ben ik meer en meer aan het overwegen om terug een hobby te nemen. Een vriendin vroeg me onlangs of ik geen zin had om me bij haar voetbalclub aan te sluiten. En vandaag had ik daar wel weer goesting voor, ja. 
Maar zoals in alles ben ik in voetbal maar een middelmaatje. Ik snap het spel (tja, opgroeien in een door voetbal geobsedeerd gezin...) , maar ik loop niet snel en durf wel eens naast de bal trappen. 
En dan stel ik de club teleur door stomme fouten te maken. En dan ben ik weer niet gelukkig. 
En zo ben ik in alles een middelmaatje. In school, hobby's, muziek,... En ik vraag me vaak af of dat mij niet saai maakt. 
Sommigen vinden middelmaat geruststellend, er is geen competitie nodig. 
Het ergste is misschien dat ik zelf niet blij ben met die middelmaat. Ik wil goed zijn. Nee, ik wil de beste zijn. Deelnemen is belangrijker dan winnen, wordt wel eens gezegd. Die uitspraak is door een middelmaatje bedacht. Een verliezer zegt zoiets zeker niet, die is té teleurgesteld in zichzelf, maar een middelmaat... Die is met alles tevreden. Uit angst om toe te geven dat ze gewoon niet goed genoeg is. 

Maar ach, ik heb vandaag toch plezier gemaakt. 

zaterdag 3 augustus 2013

Zorgen en gelukjes

Wauw, ongelooflijk, ik ben terug begonnen met een blog...
En ik vond het al vreselijk moeilijk om het ding een naam te geven. Want een naam moet schreeuwen waarover je blog zal gaan en wie jij bent.
Ik ben Jody, een single twintiger met een hele hoop complexen die steeds op zoek is naar kleine gelukjes. Vandaar de naam van mijn spiksplinternieuwe blog: Soucis et petit bonheur.
Ik heb deze blog opgestart omdat ik sinds kort weer véél goesting heb om te schrijven. Schrijven werkt therapeutisch, zeker voor mij, dat was al zo toen ik opstelletjes schreef in de lagere school tot het moment dat ik afstudeerde met een bachelor in de journalistiek.
Het is vreselijk moeilijk om in die sector aan werk te geraken en om eerlijk te zijn ben ik dan nog eens kieskeurig ook. Ik wil niet voor om het even welke krant of tijdschrift werken, ik moet me er goed bij voelen en weten dat ik daar mijn ei kwijt ga kunnen. Ik wil mijn creativiteit niet de kop indrukken.
En sinds ik dat beslist had, heb ik het schrijven een tijd lang de kast in gestopt. Ik had me neergelegd bij het feit dat ik van schrijven geen job zou (kunnen) maken.
Een maand geleden keek ik nog eens naar mijn profiel op Noxa, dat er op dat moment maar verlaten uitzag. Het was zo'n dag dat ik vreselijk gefrustreerd was. Ik voelde me eenzaam en was boos op de wereld.
En ik begon te schrijven, een nieuwsje zoals de gebruikers het daar noemen, maar eigenlijk is het gewoon een blogpost. Daar is toen redelijk wat reactie op gekomen en ook het bezoekersaantal op mijn pagina ging goed de hoogte in.
Kriebels, dat voelde ik. Alsof ik verliefd was, zo enthousiast was ik. Leeftijdsgenoten die vertelden dat ze dezelfde zorgen hebben als ik en die hulp bieden en complimenten geven over hoe goed ik hun gevoelens kan verwoorden, die zeggen dat het fijn is dat ze niet alleen zijn.
En dat is precies wat ik wil bereiken. Ik ben geen psycholoog, ga me daar ook niet voor uitgeven maar ik ga mijn kleine en grote zorgen hier van me afschrijven en als ik ondertussen kleine of grote gelukjes tegenkom, zal ik het ook zeker laten weten.
Hopelijk kunnen we wat tips uitwisselen om over kleine pijntjes te komen of kan iemand mij de schatkaart naar het grote geluk uitlenen.

Liefs